Data in de zorg: Van toegevoegde waarde of onpersoonlijk?

In het bedrijfsleven is sturen op data heel normaal en kan met behulp van parameters iets gezegd worden over de performance van het bedrijf of medewerkers. Een manager heeft deze data ook nodig, de span of control is vaak dusdanig groot, om inzicht te krijgen in bijvoorbeeld de status van het behalen van targets. Zijn we nog op de goede weg, blijven we binnen budget of leveren/krijgen we de afgesproken kwaliteit, zijn vragen die beantwoord kunnen worden door data.

Maar hoe zit dat nu in eigenlijk in de zorg? Kan data ook hier van toegevoegde waarde zijn of past dit totaal niet bij de sector? De zorg staat namelijk voor maatwerk en aandacht voor de cliënt (correctie: bewoner). Zorg is persoonlijk en wordt verleend in een veilige en gastvrije omgeving. In de ouderzorg woont hier iemand immers doorgaans de rest van zijn/haar leven. Maakt data in de zorg de zorg niet onpersoonlijk?

Heel eerlijk, het gevaar zit er wel in als data verkeerd wordt toegepast. Het één op één toepassen van bovenstaand voorbeeld in het bedrijfsleven is dan ook niet wenselijk. Data in de zorg moet iets bijdragen aan bijvoorbeeld het woongenot van de bewoners, optimalisatie van de zorg, verbetering kwaliteit van leven of medewerkerstevredenheid, wil deze van toegevoegde waarde zijn.

Een goed voorbeeld is het toepassen van slim incontinentiemateriaal in de zorg. Ook hier zijn diverse varianten van op de markt met verschillende visies maar wel met hetzelfde doel. De data die door dit product wordt gegenereerd, zorgt ervoor dat er maatwerk geleverd kan worden per bewoner (mits deze gebruik maakt van incontinentiemateriaal). Geen onnodige verschoningen meer, indien mogelijk kan een toiletbezoek vaker succesvol zijn en het personeel krijgt meer tijd voor het leveren van zorg omdat het aantal lekkages zal afnemen. Data draagt hier dus bij aan het optimaliseren van de zorg, verbeteren van de kwaliteit van leven en aan het woongenot van de bewoners omdat het personeel meer tijd krijgt om andere activiteiten vorm te geven (lees persoonlijke aandacht voor bewoners en meer rust op de woongroep). Data in de zorg is in dit geval niet onpersoonlijk maar maakt zorg juist persoonlijker!

Een ander voorbeeld heeft mijn collega, Eelco Stiemer, in zijn blog van 19 februari 2021 al genoemd. De kwaliteit van een product of dienst, geleverd door een leverancier, kan impact hebben op de kwaliteit van het primaire proces: het leveren van zorg. Om dit te monitoren kunnen er Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) worden opgesteld samen met de leverancier. Een goede KPI meet een risicofactor welke invloed heeft op het primaire proces. Denk aan een afspraak met een voedingsleverancier inzake de houdbaarheid van producten. Bij een levering van 2 of 1 keer per week is het zaak dat de houdbaarheid van de geleverde producten een minimaal aantal dagen betreft. Kortom door het maken van kwaliteitsafspraken en deze te meten middels KPI’s, draagt dit positief bij aan de tevredenheid over het eten & drinken wat zich door vertaald in onder andere cliënttevredenheid.

Op deze gebieden binnen de zorg kan data toegepast worden waardoor deze van toegevoegde waarde kan zijn. Of misschien zijn er nog meer? Het antwoord moge duidelijk zijn: Ja er zijn er nog veel meer! Dit is slechts een kleine greep uit voorbeelden die wij in de praktijk zien bij onze klanten en ons netwerk. Daarnaast zijn wij druk in de weer om zelf een instrument te ontwikkelen waarbij data van toegevoegde waarde kan zijn binnen de zorgsector. Hierover zal later deze week meer informatie volgen maar als je echt niet kan wachten, neem dan gerust contact met ons op!